Jan Everink Site
www.janeverink.com
door Jan Everink
oktober 2018
De moderniteit is een nieuw type cultuur, een leefwijze
die afwijkt van het in de geschiedenis normale patroon van
een noodlijdend bestaan. De moderne mens streeft bewust
naar verbetering van levensomstandigheden. Als zodanig kan
hij worden aangeduid als "de oorzakelijke mens".
De principes waaraan we de verworvenheden van de moderne
samenleving te danken hebben dreigen verloren te gaan door
een niet-moderne levensbeschouwing, het materialisme ofwel
anti-vitalisme.
De historicus Jan Romein noemde het zich herhalende patroon in niet-moderne culturen het AMP (Algemeen Menselijk Patroon). Heel kort samengevat kan dit AMP worden omschreven als een noodlijdend bestaan waarin fatalistische lotsaanvaarding de normale levenshouding was.
De moderniteit is een nieuw type civilisatie, waarin het menselijke leefpatroon verschilt van dat in uiteenlopende andere civilisaties die door de eeuwen heen op aarde zijn opgekomen en weer verdwenen. In dit nieuwe type beschaving in ontwikkeling wordt gestreefd naar voortdurende verbetering van de levenskwaliteit.
Hieronder enkele links naar online bestelmogelijkheden
voor mijn boek "De oorzakelijke mens". Prijs: 16,50 euro.
De moderniteit is in gevaar omdat de essentiële principes ervan verloren dreigen te gaan door de opkomst van een niet-moderne levensopvatting, het materialisme. In dit artikel zal ik dit gevaar nader toelichten. Een uitgebreidere analyse van dit probleem is te lezen in mijn essay "De oorzakelijke mens", dat in boekvorm is uitgegeven door Brave New Books.
In de niet-moderne samenlevingen van het verleden had het gewone volk voortdurend te maken met de ongunstige en vaak gevaarlijke effecten van een ongecultiveerde natuurlijke omgeving. Er was schaarste aan basale levensvoorzieningen en men had vaak te maken met hongersnood, ziekte en natuurgeweld.
Een berustende houding was de manier om de last van het leven elke dag opnieuw te kunnen dragen. Omdat fatalistische lotsaanvaarding de normale attitude was hadden de weinige ideeën en acties tot verbetering van de levensomstandigheden in het algemeen geen blijvend effect in de samenleving. De heersende toplaag in deze AMP-maatschappijen gebruikte zijn macht vrijwel uitsluitend om de eigen bevoorrechte positie te handhaven en verder te versterken.
Door de eeuwen heen vielen civilisaties steeds weer terug naar het AMP-niveau. Steeds opnieuw ontstond een noodlijdende samenleving, met alleen voor een kleine groep mensen aan de top wat betere condities. De moderniteit is het eerste succesvolle project om aan deze wetmatigheid te ontsnappen.
De moderniteit is een nieuw type cultuur, een leefwijze die breekt met het algemeen menselijke patroon ofwel AMP. Vaak wordt bij moderniteit voornamelijk gedacht aan de inmiddels gerealiseerde verbeteringen van de levenskwaliteit.
We wonen in praktisch ingerichte goed verwarmde huizen. We verplaatsen ons snel met de auto, de brommer, op de fiets of met het openbaar vervoer. We kunnen in de supermarkt alles kopen wat we voor ons levensonderhoud nodig hebben. We hebben vrije tijd, cultuur en amusement.
Maar nog belangrijker dan deze verworvenheden zijn de principes van de moderne civilisatie. Deze principes komen aan het licht als we kijken naar het prille begin van de moderniteit. De ommekeer werd al in de 12de eeuw gestart door de veranderde levensopvatting in de opkomende Italiaanse steden. Daar begon een subcultuur met andere leefprincipes dan die van de overheersende feodale samenleving. Uiteindelijk zouden deze nieuwe ideeën tot de instorting van de feodale AMP-maatschappij en de opkomst van de moderniteit leiden.
In de opkomende steden brak het inzicht door dat God geen perfecte kant-en-klare wereld heeft geschapen maar de mens creatieve vermogens heeft gegeven om een onvolmaakte wereld te verbeteren. De in ieder mens sluimerende oorzakelijke vermogens werden in de opkomende steden herontdekt en tot ontwikkeling gebracht. Dat was de geboorte van een nieuw menstype: de oorzakelijke mens. De menselijke oorzakelijkheid kreeg als ambachtelijke professionaliteit kansen die er voorheen niet waren.
In de steden konden de principes tot ontwikkeling komen die daarna de basis voor de groeiende moderniteit zouden vormen: de moderne oorzakelijke attitude, het moderne verbeteringsstreven en het moderne inclusiviteitsprincipe.
In eerdere civilisaties werden deze belangrijke menselijke drijfveren door de heersende toplaag genegeerd of zelfs onderdrukt, met als gevolg een maatschappij waarin armoede en uitzichtloosheid normaal waren. Het bijzondere van de moderniteit is dat deze principes als civiliserende krachten in de samenleving werkzaam zijn.
De belangrijkste kracht in de moderniteit is de erkenning en bevordering van de menselijke oorzakelijkheid. De mens is in staat om doelbewuste veranderingen van de werkelijkheid te bedenken en te realiseren. Dit oorzakelijke vermogen komt in de moderne samenleving onder meer tot uiting in de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde technieken en producten. Maar ook uiteenlopende beroepswerkzaamheden en dagelijkse activiteiten zijn alleen dankzij de menselijke oorzakelijkheid mogelijk.
De menselijke oorzakelijkheid kan, in tegenstelling tot de oorzakelijkheid van het materiële universum, werkelijkheden realiseren die ordelijk en wenselijk zijn. Daarom kunnen we stellen dat de menselijke oorzakelijkheid creatief is en spreken over creatieve oorzakelijkheid.
Het tweede moderne principe is het menselijke verbeteringsstreven, ook wel meliorisme genoemd. Dit beginsel is voor de moderne mens tamelijk vanzelfsprekend. We vinden dat wantoestanden als armoede, oorlog, misdaad, honger, levensgevaar, lichamelijk lijden en psychische nood er niet behoren te zijn. In de moderne samenleving wordt het in principe mogelijk geacht om zulke onwenselijke condities zoveel mogelijk te verminderen of geheel te laten verdwijnen.
Omdat het meliorisme voor de moderne mens zo vanzelfsprekend is wordt het vaak niet herkend als een essentiële kracht in de moderniteit. Maar een vergelijking met AMP-samenlevingen laat zien dat het moderne geloof in verbetering en vooruitgang sterk afwijkt van de fatalistische houding die door de eeuwen heen als normaal werd beschouwd.
Het derde moderne principe is de overtuiging dat iedereen de kans moet hebben om zich als persoon te ontwikkelen en tegen passende beloning aan de moderne civilisatie bij te dragen. Zonder deze inclusiviteit zou door oorzakelijkheid en meliorisme maar weinig vooruitgang gerealiseerd kunnen worden. Er zou dan alleen een kleine elite in de samenleving werkelijk productief zijn.
Het inclusiviteitsprincipe steunt op verschillende instituties in de moderne maatschappij. Deze inclusieve instituties garanderen dat zoveel mogelijk mensen zich kunnen ontwikkelen en kunnen meedoen aan het creëren van welvaart.
Van de drie moderne principes is de creatieve oorzakelijkheid het belangrijkste. Het vormt de basis van de hele moderniteit, want de twee andere principes, meliorisme en inclusiviteit, steunen op het oorzakelijkheidsprincipe.
Voor de creatieve aard van menselijke oorzakelijkheid is overvloedig bewijs beschikbaar. Wie er op let ziet in het dagelijkse leven voortdurend creatieve oorzakelijkheid. Een kind dat met blokken speelt geeft er bijvoorbeeld een duidelijke demonstratie van.
Creatieve oorzakelijkheid is alleen verklaarbaar en begrijpelijk op grond van een vitalistische levensbeschouwing. Vitalisme is de overtuiging dat de creatief-oorzakelijke vermogens van de mens te danken zijn aan zijn spirituele aard. Het gaat om capaciteiten die niet door fysische causaliteit verklaard kunnen worden. Het zijn spirituele vermogens.
Materialisme ofwel anti-vitalisme is de hedendaagse levensbeschouwing volgens welke er uitsluitend een materiële en geen spirituele werkelijkheid bestaat. Die overtuiging brengt onder meer met zich mee dat in de wetenschap alleen fysische oorzakelijkheid als verklaring voor fenomenen wordt erkend. Of het nu gaat om gebeurtenissen in de onbezielde materiële werkelijkheid of activiteiten van levende wezen, alles moet door fysische oorzaken worden verklaard.
Het anti-vitalisme is geenszins modern en vormt toenemend een belemmering voor de vooruitgang. Onder meer heeft het op verschillende gebieden tot onwetenschappelijkheid geleid. Door de spirituele werkelijkheid als niet-bestaand te beschouwen kon over uiteenlopende onderwerpen geen rationele kennis worden verkregen.
Zo meent men tegenwoordig in de geestelijke gezondheidszorg dat psychische problemen in principe altijd lichamelijke oorzaken hebben. Psychische stoornissen verschillen volgens dit anti-vitalistische uitgangspunt niet wezenlijk van lichamelijke ziekten, reden waarom de behandeling veelal bestaat uit het voorschrijven van medicijnen. Dat deze psychische hulpverlening door het toedienen van chemische middelen niet echt kan werken is begrijpelijk. Als in een professie voor geestelijke gezondheidszorg het bestaan van geestelijke wezens wordt ontkend dan is van zo'n beroepsgroep weinig nut te verwachten.
De falende geestelijke gezondheidszorg heeft voor de moderniteit meerdere ongunstige tot gevaarlijke effecten. Onder meer wordt het streven naar verbetering van persoonlijke capaciteiten er door belemmerd. Als het gaat om persoonlijke ontwikkeling dan wordt tegenwoordig vrijwel uitsluitend gedacht aan opleidingsniveau en lichamelijke fitheid. Over een zeker zo belangrijke aspect van de persoonlijke ontwikkeling, spirituele groei, is in de hedendaagse mainstream-cultuur weinig bekend.
Individuele spirituele groei zou een enorme bijdrage aan de moderne vooruitgang kunnen leveren. Als veel mensen een hogere spirituele staat zouden bereiken zou dat de vooruitgang op uiteenlopende gebieden bevorderen. De besproken essentiële principes van de moderniteit zijn geworteld in de spirituele mogelijkheden van de mens. De ontwikkeling van deze spirituele vermogens is daarom ook voor het oplossen van maatschappelijke problemen heel belangrijk.
Er zijn veel tekenen dat er een vitalistische opleving is begonnen. De realiteit van mentale hoedanigheden, vermogens en activiteiten is onderdeel van het moderne leven en kan niet gedurende langere tijd worden ontkend in de samenleving. Of men de ziel nu aanduidt als "het ik", het denkende subject, de geest of het bewustzijn, vrijwel iedere moderne mens wordt dagelijks met zichzelf als geestelijk wezen geconfronteerd.
Hieronder enkele links naar online bestelmogelijkheden
voor mijn boek "De oorzakelijke mens". Prijs: 16,50 euro.
Over de vitalistische opleving in de samenleving horen we via de media nog weinig. In de journalistiek is de materialistische wereldbeschouwing nog steeds overheersend. Om op te merken dat er wel degelijk een veranderingsproces aan de gang is moet men daar een open oog voor hebben. Aangezien dat in de tegenwoordige journalistiek niet het geval is krijgen we over het vitalistische reveil via de kranten en de teevee vrijwel nooit iets te horen. Pas zodra de vitalistische opleving in de journalistiek begint door te dringen zal er bredere bekendheid aan worden gegeven.
Te verwachten is dat ook in de wetenschap een principiële koerswijziging zal plaatsvinden. Het anti-vitalisme is te irrationeel om blijvend dienst te kunnen doen als basis voor de moderne wetenschap. Het is een dwaalleer die eerst door individuele wetenschappers en vervolgens in de hele moderne wetenschap zal worden verworpen.
Het vitalistische reveil is onvermijdelijk, want het anti-vitalisme vormt een onnodige belemmering voor de verdere ontwikkeling van de moderniteit. De principes van de moderniteit zijn als krachten nog steeds in de samenleving werkzaam. De hedendaagse mens beseft heel goed dat de moderne verworvenheden niet zomaar uit de lucht zijn gevallen. Ook is er in de moderne samenleving nog steeds een krachtig streven naar verdere verbetering van de levensomstandigheden, verbetering die alleen door creatieve oorzakelijkheid kan worden gerealiseerd. Daarom kan de materialistische levensbeschouwing niet worden volgehouden.
Moderniteit en materialisme kunnen niet permanent samengaan.
Copyright © 2018 Jan Everink