Jan Everink Site


Afweerversterking door stressbeheersing (deel 1 van 3)

door ing. Jan Everink

november 2020

Stress kan negatieve emoties veroorzaken, die op hun beurt een ongunstige invloed hebben op de lichamelijke conditie. Onder meer kan door overmatige stress ofwel distress de effectiviteit van het afweersysteem achteruit gaan. Kennis van de door L. Ron Hubbard ontdekte toonschaal van emoties kan helpen om de ongunstige psychosomatische effecten van distress te beperken.

Stress, eustress en distress

Elke soort moeilijkheid, tegenwerking of belemmering veroorzaakt stress, dat wil zeggen belasting voor het psychische en lichamelijke functioneren. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen schadelijke en heilzame stress, zo is benadrukt door de bekende stress-onderzoeker prof. dr. Hans Selye. Alleen als de stress te zwaar of te langdurig is zal deze ongunstig zijn voor het welbevinden en de gezondheid. Deze schadelijke stress wordt aangeduid als distress. Zolang met succes tegen de stress opgetreden kan worden is het effect ervan juist positief; dit type stress wordt eustress genoemd.

Veel moeilijkheden, situaties, contacten, inspanningen, ervaringen, overheidsmaatregelen, mediaberichten, veroorzaken lichamelijke en/of psychische belasting ofwel stress. Dat is onvermijdelijk en in het algemeen zelfs positief. Zonder stress zou het leven heel saai en eentonig worden. Alleen distress heeft ongunstige effecten.

Dat bepaalde factoren als distress worden ervaren komt omdat ze de fundamentele drijfveer van alle levende wezens tot voortbestaan tegenwerken of lijken tegen te werken. Het gaat in het leven uiteindelijk altijd om voortbestaan, zo ontdekte de bekende filosoof, wetenschapper en schrijver L. Ron Hubbard. Deze drijfveer tot voortbestaan komt onder meer tot expressie als de intentie om onaangename ervaringen te vermijden en geluk te verkrijgen. [ref. 1]

Als dat niet lukt verandert de onvermijdelijke stress in de omgeving van eustress in distress. Het effect daarvan is vaak allereerst dat iemands emotionele gesteldheid achteruit gaat. Of een situatie als eustress of distress wordt ervaren hangt vooral af van de beheersbaarheid. Een psychische en/of lichamelijke belasting is eustress als men er oorzakelijk mee om kan gaan, terwijl oncontroleerbare situaties distress veroorzaken. "Stress heeft te maken met onzekerheid, met het niet beheersen van de situatie. 'Not to be in control' is een hoofdfactor bij stress," aldus prof. dr. J.G. Defares in zijn boek "Stress zonder stress" [ref. 2] (Met het woord stress bedoelt de auteur hier eigenlijk distress; in het dagelijkse leven en ook in veel literatuur wordt namelijk met het woord stress voornamelijk distress aangeduid.)

Geen invloed hebben op situaties is een tegenwoordig vaak voorkomende stressfactor. Het ontbreken van mogelijkheden tot zinvolle actie kan veel distress veroorzaken. In de hedendaagse samenleving hebben veel mensen met deze vorm van psychische belasting te maken. Vaak wordt dat niet herkend, omdat in verband met distress meestal vooral wordt gedacht aan te zware belasting.

Ook distress door duur of herhaling wordt vaak niet als zodanig opgemerkt. De accumulatie van relatief kleine stressoren kan op termijn chronische distress veroorzaken. [ref. 2] Zo blijken de tegenwoordige corona-maatregelen, hoewel deze op zichzelf niet enorm belastend zijn, door de aanhoudende duur ervan toch voor veel mensen stressvol te zijn. Een onderzoek door het Trimbos-instituut bracht aan het licht dat de corona-maatregelen bij meer dan 30% van de ondervraagden een negatieve invloed hadden op de psychische gesteldheid. [ref. 3]

Distress en infectieziekten

De psychische verslechtering ten gevolge van distress kan ook de fysieke gezondheid ongunstig beïnvloeden. Onder meer kan het afweersysteem erdoor achteruitgaan, met als gevolg toenemende kans op infectieziekten. In verband met deze relatie tussen stress en het risico op infectieziekten eerst aandacht voor wat een infectieziekte eigenlijk is.

Wie met een schadelijk micro-organisme in aanraking komt kan een infectie oplopen, maar dat gebeurt lang niet altijd. Blootstelling aan een ziekteverwekker veroorzaakt alleen dan een infectie als dit micro-organisme er in slaagt om zich in het lichaam te vermenigvuldigen en ziekteverschijnselen te veroorzaken. [ref. 4] Meestal gebeurt dat niet, omdat het lichaam beschikt over een heel doelmatige bescherming tegen pathogenen: het afweersysteem. Bij een optimale conditie daarvan is de kans om door een besmetting ziek te worden gering.

Veel besmettingen zijn zo beperkt dat de persoon er niets van merkt of alleen maar heel lichte symptomen heeft. Bij een infectie daarentegen zijn de ziekteverschijnselen meestal opvallend en onaangenaam. Een besmetting leidt pas tot een infectie als het afweersysteem de invasie niet kan beteugelen. [ref. 4]

In vrijwel elke omgeving krioelt het van de micro-organismen; de meeste zijn onschadelijk of hebben zelfs een beschermende werking. Maar er zijn zoals bekend ook soorten die iemand erg ziek kunnen maken. Dat probleem blijft bestaan, want er ontwikkelen zich regelmatig nieuwe schadelijke micro-organismen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een onschadelijke virussoort onder bepaalde omstandigheden verandert in een ziekteverwekkende soort. [ref. 5]

Virussen kunnen zich bovendien over grote afstanden door de lucht verspreiden, zo is door onderzoek komen vast te staan. [ref. 6] Dat is mogelijk omdat virussen zich door hun geringe afmetingen via aerosolen van 0,7 micron en kleiner op grote hoogte door de dampkring kunnen verspreiden. [ref. 6]

We leven in een besmette wereld, maar dat is niet de werkelijke oorzaak van infectieziektes. Besmetting met een pathogeen veroorzaakt namelijk meestal geen ziekteverschijnselen; daar zorgt het afweersysteem voor. Wel geeft een besmetting stress, die bovenop de al bestaande stressfactoren komt. De totale stress kan door een besmetting zo sterk worden dat deze verandert in distress. Dat gebeurt met name als er ook al veel andere stressfactoren een rol spelen. Het is niet de besmetting als zodanig maar de toename van distress, waardoor het afweersysteem verder achteruit gaat en het infectierisico groter wordt

Afweerversterking

Besmettingen zijn onvermijdelijk, maar leiden dankzij het afweersysteem doorgaans niet tot een infectie. Naar schatting is bijvoorbeeld een kwart van de wereldbevolking besmet met de tuberculose-bacterie, zonder daarvan ziekteverschijnselen te hebben. [ref. 7,8] Dat zijn bijna 2 miljard personen. Deze vorm van tbc-besmetting wordt, ten onrechte want het is geen infectie, veelal aangeduid als LTBI (latente tbc-infectie). Veel mensen bij wie door screening LTBI was geconstateerd besloten om zich niet te laten behandelen. [ref. 7] Begrijpelijk want deze personen voelden zich niet ziek en waren in feite ook niet ziek. Bovendien kan de behandeling nare bijwerkingen hebben, zoals hoofdpijn, maag- en darmklachten en concentratiestoornissen. [ref. 7]

De woorden besmetting en infectie worden vaak door elkaar gebruikt, waardoor veel misverstanden ontstaan. Het gaat namelijk om aanzienlijk verschillende condities. Bij een besmetting is een pathogeen wel in het lichaam doorgedrongen, echter zonder er in geslaagd te zijn zich daar te vermenigvuldigen. Bij een infectie daarentegen heeft het pathogene organisme zich in het lichaam vermenigvuldigd en ziekteverschijnselen veroorzaakt. Een ander belangrijk verschil is dat een infectie vaak besmettelijk is terwijl dat bij een besmetting lang niet altijd het geval is. De tbc-bacterie wordt bijvoorbeeld door mensen met een latente tbc-infectie, hetgeen zoals opgemerkt geen infectie maar een besmetting is, niet op anderen overgedragen. [ref. 8]

Het onderscheid tussen besmetting en infectie wordt helaas niet heel consequent in de literatuur toegepast. Door dat wel te doen kunnen veel problemen worden opgelost. Met name kan door consequente duidelijke definiëring beter duidelijk worden hoe het afweersysteem kan zorgen dat een besmetting niet tot een infectie leidt.

Het afweersysteem is een heel doeltreffend beschermend wapen tegen schadelijke micro-organismen. Maar dit belangrijke systeem kan door verschillende oorzaken, zoals ongezonde levensomstandigheden, in minder goede conditie zijn. Hoewel we tegenwoordig veel gezonder leven dan in vroegere eeuwen is ook in deze tijd het afweersysteem van veel mensen niet in optimale staat. Daarom kan afweerversterking heel effectief zijn als preventief wapen tegen infectieziektes.

Naar deel 2   >>>

(De literatuurreferenties staan aan het eind van deel 3.)

Copyright © 2020 Jan Everink