Jan Everink Site


Van autoritaire naar pragmatische politiek (deel 1 van 3)

door ing. Jan Everink

30 mei 2021

Er vindt tegenwoordig een culturele revolutie plaats, een overgang van autoritaire naar pragmatische politiek. De politieke besluitvorming gaat steeds meer plaatsvinden op basis van correcte informatie en in het belang van de bevolking. De toekomstige politiek zal er veel meer dan de tegenwoordige in slagen om belangrijke maatschappelijke problemen op te lossen.

Andere politiek nodig

Er is een nieuw soort politiek in opkomst, omdat de samenleving daar aan toe is en omdat verbetering dringend nodig is. We gaan van een op het verleden gebaseerde autoritaire politiek naar een toekomstgerichte pragmatische politiek. Het is in principe altijd mogelijk om door bestudering van beschikbare informatie doeltreffende oplossingen voor problemen te vinden en door te voeren. Die benadering heet pragmatisme; het is de succesformule van de moderne civilisatie. Een pragmatische politiek sluit aan op de conclusie in het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid "Lerende overheid - een pleidooi voor probleemgerichte politiek". [ref.1]

Tegenwoordig ligt de nadruk teveel op verticale politiek, is een belangrijke boodschap in dit rapport. Met verticale politiek wordt bedoeld dat het niet gaat om het vinden en doorvoeren van oplossingen voor reële problemen maar op het daadkrachtig nemen en realiseren van beslissingen binnen het kader van het bestaande beleid. De bestuurders hebben voornamelijk aandacht voor de moeilijkheden die verband houden met het ten uitvoer brengen van hun beleid. Ze zijn te weinig bezig met het oplossen van de werkelijke problemen in de samenleving.

Verticale politiek kan alleen dan goed werken als het gaat om "gedomesticeerde" problemen, dat wil zeggen problemen waarvoor in grote lijnen al oplossingen tot stand zijn gekomen, aldus de WRR. Aan het tegenwoordige beleid, het eenzijdig versterken van de verticale traditie, zijn verschillende risico's verbonden, zo is in het rapport te lezen. Onder meer kan zo het eigen perspectief van de overheid en de politiek zodanig gaan domineren dat de buitenwereld, de samenleving, wordt beschouwd als een verlengstuk van de eigen organisatie. Ook kan het willen perfectioneren van procedures en regels de overhand krijgen boven de maatschappelijke oriëntatie waar de regelgeving voor bedoeld is. De bureaucratisering kan er overmatig door toenemen en de overheid kan het steeds meer vooral als haar taak gaan zien de samenleving te controleren. [ref.1]

Autoritarisme

De verticale politiek waarvoor de WRR waarschuwt kan ook worden aangeduid als autoritaire politiek. De genoemde risico's daarvan hebben inmiddels al geleid tot ernstige bestuurlijke tekortkomingen. Er is een klimaat gegroeid dat lijkt op de bestuurlijke cultuur uit voorbije tijden, toen de samenleving bestond uit een kleine elitaire toplaag en een massale ongeïnformeerde meerderheid. Zo'n politiek kan in deze tijd niet werken want de samenleving is sterk veranderd. Aan het einde van de 19de eeuw kwam er een einde aan het principe van de maatschappelijke tweedeling. Vóór die tijd was de samenleving nog steeds in hoge mate feodaal. De cultuur was in handen van een minderheid, waartoe maar ongeveer 2% van de bevolking behoorde. [ref.2] Dat veranderde vervolgens snel; het principe van de maatschappelijke tweedeling is definitief achterhaald.

Toch wordt de politiek tegenwoordig gedomineerd door betweters die zichzelf veel slimmer vinden dan het gewone volk. Dat de overheid er tegenwoordig niet in slaagt om de werkelijk relevante problemen aan de orde te stellen en op te lossen komt door deze arrogante vooringenomenheid. Dat is autoritarisme, ondemocratisch bestuur op basis van dogmatische standpunten. De politiek is tegenwoordig niet bezig om belangrijke problemen aan te pakken maar is door haar autoritaire attitude zelf een ernstig probleem.

Moderne vooruitgang is door nieuwe kennis meer dan ooit mogelijk, maar in het landsbestuur wordt die informatie vaak niet toegepast. De tegenwoordige autoritaire politiek staat de verdere moderne vooruitgang in de weg. Een intelligente probleemgerichte politiek, zoals door de WRR voorgesteld, is hard nodig. Het gebrekkige overheidsbeleid inzake de corona-crisis heeft duidelijk gemaakt dat het autoritaire politieke systeem een voortdurend gevaar betekent. We kunnen met deze overheidscultuur morgen weer in een nieuwe vrijwel onoplosbare situatie terechtkomen. Het is in deze tijd noodzakelijk om met betrekking tot mogelijke grote problemen toekomstgericht te denken. Zulke problemen moeten al in een vroeg stadium worden "gedomesticeerd". Regeren is immers vooruitzien.

Materialistische mensbeeld

Dat de politiek tegenwoordig veel te autoritair is komt vooral door het materialistische mensbeeld. Tegenwoordig gelooft men in de mainstream-wetenschap, waar de politiek zich op baseert, dat een mens niets anders is dan een onbezield fysisch systeem. Veel politici beschouwen de bevolking op grond van dit materialistische mensbeeld. Daardoor hebben ze heel negatieve ideeën over de mensen.

De fysica en de kosmologie hebben immers duidelijk gemaakt dat het materiële universum voornamelijk chaos teweegbrengt. Dat komt door het fenomeen entropie dat in 1854 werd ontdekt door Rudolf Clausius. Sindsdien is de kennis daarover sterk toegenomen, met als belangrijkste zekerheid dat in de materiële werkelijkheid voortdurend verval van orde naar chaos plaatsvindt. Lange tijd veronderstelde men, voortbouwend op de ontdekkingen van Newton, dat het universum een ordelijk geheel vormt. Ook de mens maakte deel uit van deze fysische orde, meende men. Dat idee is door de kennis over entropie achterhaald.

Op basis van het materialistische mensbeeld zijn ook mensen onderhevig aan de wet van de toenemende entropie. Volgens het materialisme zal een bevolking dus noodzakelijk altijd meer chaos dan orde veroorzaken. Daarom kunnen politici die in het materialistische mensbeeld geloven geen vertrouwen in de bevolking hebben. Ze zijn onvoldoende in staat om gebruik te maken van de creatieve inbreng vanuit het land.

In de samenleving is daarentegen het inzicht gegroeid dat de burgerij wél over de maatschappelijke problemen kan meedenken. Veel mensen zijn gaan beseffen dat ze dankzij hun eigen creativiteit en productie in staat zijn om orde, vrijheid en veiligheid tot stand te brengen en uit te breiden. Sommige gewone burgers hebben zich behoorlijk in bepaalde onderwerpen verdiept en zijn gemotiveerd om met hun kennis bij te dragen aan het behoud en het herstel van de moderne cultuur. Ze weten dat ze wel degelijk beschikken over capaciteiten om het leven voor zichzelf en anderen te verbeteren, hoewel dat niet past in de materialistische mensbeschouwing.

Naar deel 2   >>>

(De literatuurreferenties staan aan het eind van deel 3.)

Copyright © 2021 Jan Everink